Herdenkingslezing Afschaffing Slavernij 2025 – Groningen
Door Carl Blijd
Verbonden in Verleden, Gelaagd in Geheugen
Bon Tardi, Good Afternoon, Switi Middag, Goedemiddag, Aan alle nazaten, de kleindochter van Anton de Kom, mevrouw de Burgemeeester en alle genodigden.
Wat een eer om op deze bijzondere dag tot u te mogen spreken.
Ik ben een Stadjer/Groninger – al meer dan veertig jaar.
Mijn ouders komen uit Suriname, maar ik ben geboren en getogen op Curaçao. Of zoals we in het Papiaments zeggen: ‘ Mi lombrishi ta derá na Kòrsou ’. (Mijn navelstreng ligt begraven op Curaçao).
Ik werk deels op Sint Maarten en deels in de stad Groningen. En op beide plekken zie ik dagelijks hoe het koloniale verleden nog steeds doorklinkt in de levens van mensen.
Ik zeg dat niet als visitekaartje, maar omdat ik spreek vanuit Caribische complexiteit.
Vanuit een lichaam waarin West-Afrikaans, Chinees, maar ook Joods en Schots bloed van slavenhouders samenkomt.
En vanuit een geest die gevormd is door de Curaçaose zon, Surinaamse stilte en Groningse nuchterheid.
Vandaag herdenken we geen afgesloten geschiedenis. Mijn oma vertelde mij over haar oma en opa die als slaven tewerk waren gesteld op plantages.
Ja, inderdaad, dat is nog geen 2 oma’s geleden.
We herdenken een werkelijkheid die nog leeft – in lichaam, gedrag, familie, kansenongelijkheid, zelfs in ons DNA.
Slavernij is geen afgesloten hoofdstuk. Het is een echo.
Een echo die pas stopt als we écht luisteren.
Slavernij op de eilanden
Op Curaçao stond het leven van de tot slaaf gemaakten in het teken van uitputting, onderdrukking, gehoorzaamheid en opstanden. De grote opstand van Tula in 1795 is ons moreel kompas. Terecht is hij gerehabiliteerd door de Nederlandse staat, weliswaar pas in 2023 — veel te laat, maar niettemin zeer betekenisvol.
Als kind, als wij naar het Westen van het eiland reden, wees mijn vader ons telkens weer op de slavenmuren waar we langsreden – restanten van muren gemaakt van stenen en rotsen die door de slaven uit de zee werden gehaald en kilometers ver werden gedragen naar de plantages.
Als we naar één van de mooiste stranden van Curaçao gingen, playa Knepa, dan reden we langs Plantage Knip waar Tula zijn opstand begon.
Tula werd uiteindelijk levend geradbraakt en geblakerd, waarna zijn hoofd op een staak tentoongesteld werd – hemelsbreed op nog geen 400 meter van waar mijn lagere school stond.
Op school leerden we vroeger weinig tot niets over onze eigen slavernijgeschiedenis.
Het was immers een pijnlijke en vernederende geschiedenis.
Gelukkig had ik een meester in de vijfde klas – groep 7 van nu – die erg begaan was met de slavernijgeschiedenis.
Bovendien was hij opgegroeid in de buurt van mijn school.
Deze meester nam ons mee naar de plek waar nu het Tula-monument staat en vertelde ons de verhalen van Tula.
Niet als slachtoffer, maar als held. Hij benadrukte zijn veerkracht.
Op Aruba kende men geen grote plantages, maar ook daar weerklonk verzet: bijvoorbeeld door Virginia Dementricia, een tot slaaf gemaakte jonge vrouw, die dapper steeds weer trachtte te vluchten. Uiteindelijk werd zij verkocht naar een plantage op Curaçao.
Op Bonaire werden vaak ongehoorzame slaven uit Curaçao te werk gesteld. Het heette daar de “witte hel”, vanwege de zoutpannen waar de tot slaaf gemaakten te werk werden gesteld. De ogen werden verblind door het glinsterende witte zout, de voeten en enkels geteisterd en verwond door het zoute water. Daar, in de zoutpannen, kwam op 10 november 1834 een man in opstand: Martis, zoon van Katalina Janga.
Op Saba waren slechts enkele plantages maar toch wel rond de 750 tot slaafgemaakten. Door het klein oppervlak maar ruig en steil landschap, was het haast onmogelijk om te ontsnappen als tot slaafgemaakte. Toch werden er vele pogingen ondernomen. Helaas was dat tevergeefs.
Sint Eustatius, ook wel The Golden Rock, was een van de meest winstgevende doorvoerhavens in de slavenhandel. Ook hier vond een opstand plaats. Op 12 juni 1848 eisten tot slaafgemaakten vrijheid, betere rantsoenen en meer vrije uren; deze opstand werd eveneens hard onderdrukt.
En op Sint Maarten, waar het noordelijke deel tot Frankrijk behoort en het zuidelijke onder Nederland viel, vond naast zoutwinning ook indigo- en suikerrietverbouwing
plaats. Daar voltrok zich iets opmerkelijks. In het Franse gedeelte werd de slavernij al op 28 mei 1848 afgeschaft — vijftien jaar eerder dan aan Nederlandse zijde.
U kunt zich voorstellen wat voor dynamiek dat met zich meebracht: steeds meer tot slaaf gemaakten vluchtten van het Nederlandse naar het Franse deel. Uiteindelijk werd op het Nederlandse deel de slavernij informeel ook al vóór 1863 afgeschaft. Helaas kwam dit te laat voor de moedige Lohkay. Deze strijdlustige, tot slaaf gemaakte jonge vrouw wist zo vaak te ontsnappen dat uiteindelijk als straf een van haar borsten werd afgezet. Ook deze gruwelijke straf weerhield haar niet om weer te ontsnappen en verzet te plegen.
Als ik op Sint Maarten ben, rijd ik dagelijks langs haar standbeeld, genaamd One-Tété Lohkay — krachtig symbool van verzet en veerkracht, dat me telkens even stil maakt.
Het herinnert ons eraan: je kunt een lichaam verwonden, maar niet de geest die naar vrijheid verlangt.
Na de afschaffing begon een nieuwe vorm van onvrijheid
Op papier werden mensen in 1863 vrij.
Maar in de praktijk begonnen nieuwe systemen van onderdrukking.
In Suriname moesten de vrijgekomen tot slaafgemaakten nog 10 jaar doorwerken onder staatstoezicht.
Op Curaçao en de andere eilanden kwam het systeem van paga tera: ex-slaafgemaakten mochten op het land van hun oude meester blijven wonen – mits ze gratis werkten. Veel voormalige slaafgemaakten hadden geen andere plek om te wonen en geen toegang tot land, geld of ander werk.
Het systeem wordt beschouwd als een vorm van semi-dwangarbeid en
een voortzetting van de koloniale uitbuiting. Het vertraagde de sociale en economische emancipatie van de Afro-Caribische bevolking aanzienlijk.
Zo bleef er controle uitgeoefend worden over zwarte lichamen, zwarte arbeid, zwarte toekomst. Waardoor men continu in een achterstandspositie verbleef.
Tot op de dag van vandaag werkt dit door in Nederland, in onderwijs, gezondheidszorg, politiecontact en welvaart.
De SER (sociaal economische raad) toonde recent aan dat kansenongelijkheid bij kinderen van nazaten nog altijd hardnekkig is – en tijdens COVID zelfs toenam.
Groningen is niet onschuldig
Groningen lijkt ver van de Cariben, maar deze stad was diep verbonden met slavernij via de WIC, via bestuurders, via de universiteit, scheepsroutes en suiker.
De grachten, pakhuizen en gevels dragen deze geschiedenis.
Op de eilanden en in Suriname zijn er diverse symbolen en plekken waar mensen het
slavernijverleden kunnen terugzien, voelen en de voorouders kunnen eren. Hier in het
Groningse moeten we het doen met de reeds genoemde grachten, pakhuizen en gevels.
Vandaar dat een herdenkingsmonument essentieel is.
Een herdenkingsmonument voor de trans-Atlantische slavernij in Groningen draagt bij aan herstel van verbondenheid – tussen mensen, generaties en geschiedenissen..
– Het geeft mensen met wortels in het slavernijverleden een tastbaar anker voor hun Sense of Belonging: het gevoel erbij te horen in deze stad.
– Het verrijkt de publieke ruimte met een betekenisvolle plek — een Sense of Place — waar geschiedenis, rouw en trots samenkomen.
– En het versterkt de Sense of Self, het besef van een gelaagde identiteit, voor iedereen die zichzelf herkent in dit gedeelde verleden.
Het monument maakt zichtbaar dat Groningen niet alleen kijkt naar zijn verleden, maar ook de moed heeft om het te erkennen, te dragen, te delen en samen te transformeren.”
Grunnegers met Caribische roots maken al decennialang deel uit van deze stad. Ik noem maar willekeurig een paar;
– Izaline Calister die met haar prachtige stem in het Papiaments, wereldwijd furore maakt en die ons via haar muziek deelgenoot heeft gemaakt van het levensverhaal van haar overgrootmoeder Juliet, die in slavernij leefde.
– Wijlen garagehouder Bob Dijkhoff, bij wie iedereen welkom was en met een gouden hart auto’s tot leven bracht.
– Dans docent, pedagoog en pionier wijlen Ewald Chocolaad, de geestelijke vader van alle salsa dansscholen in Nederland.
– Kapster Sonia Holband, die recent met pensioen ging. Zij wordt gezien als de moeder van alle black hair salons. Vijftig jaar lang knipte ze iedereen — wit en zwart, van sluik haar tot kroes haar — en bood daarbij zorg, aandacht en troost.
– De vorig jaar overleden jongerenwerker “Rasta” Shem Rodgers, die tientallen jongeren weer richting gaf.
– En mijn eigen broer Earl Blijd, die al 45 jaar lang jong en oud ruimte biedt om op een gezonde en gedisciplineerde manier om te gaan met lichaam en geest.
De pijn werkt door
Wij kennen allemaal de zin ‘Emancipate yourselves from mental slavery, none but ourselves can free our minds’, gezongen door de onvolprezen Bob Marley. Deze beroemde woorden komen van Marcus Garvey, een van de pioniers in de strijd om burgerrechten voor de zwarte bevolking in de Verenigde Staten. Garvey beschouwde Edward Blyden als zijn geestelijke vader.
Deze Edward Blyden, wiens ouders op Statia geboren waren, zou later een van de grootste pan-Afrikanisten en denkers van zijn tijd worden.
Als psychiater zie ik het dagelijks. De doorwerking van slavernij.
Trauma dat generatie op generatie doorwerkt.
Nazaten die hun kinderen niet prijzen – hetgeen ook stamt vanuit de slavernijtijd waar, als je kind er bovenuit stak, er grote kans was dat je kind verkocht werd naar een andere plantage of erger nog naar een ander land. En je dus je kind nooit meer zou zien.
Dit mechanismen zit na generaties vaak nog altijd ingebakken in de nazaten. En dan zijn we verbaasd dat een positive parenting-cursus niet aanslaat bij vele nazaten.
Families waarin wantrouwen, zwijgen, hyperwaakzaamheid of zelfverloochening als overlevingsstrategie zijn ingebakken – zonder dat men zich daarvan bewust is.
Dat is geen karakterzwakte, dat is erfgoed.
En het zit niet alleen in gedrag, maar ook in het lichaam: verhoogde stressreacties, angststoornissen, PTSS, of lichamelijke klachten zoals hoge bloeddruk en suikerziekte.
Slavernij leeft voort – in lichamen, gezinnen, systemen.
We noemen dat ook wel ‘epigenetisch geheugen’.
Geen herinnering in het hoofd, maar een afdruk in het lichaam.
Ons lichaam draagt dus niet alleen ons persoonlijke verleden, maar ook het collectieve verleden van onze voorouders.
Dat betekent: het slavernijverleden zit niet alleen in boeken of monumenten, maar ook in ons zenuwstelsel, onze afweermechanismen, onze genexpressie.
En dat besef vraagt iets van ons. Het vraagt om erkenning. Maar ook om heling.
En hier komt het hoopvolle gedeelte.
Want zoals trauma epigenetisch doorwerkt, zo kan ook herstel zijn sporen nalaten.
Mijn collega Marco Boks, hier in Groningen opgeleid tot psychiater, doet hier baanbrekend onderzoek naar. Hij laat zien dat epigenetische sporen van trauma onder bepaalde omstandigheden gedeeltelijk omkeerbaar zijn.
Denk aan: een veilige omgeving, liefdevolle zorg, verbondenheid, erkenning van pijn en het gevoel van ergens bij te horen.
Onderzoek laat zien dat veerkracht net zo overdraagbaar kan zijn als kwetsbaarheid.
En dat betekent: de toekomst ligt niet vast. We kunnen collectief helen, en generaties ten goede beïnvloeden. We kunnen het repareren voor de toekomst.
Ons lichaam draagt niet alleen ons eigen verleden, maar ook het verleden van onze voorouders.
De keuzes die wij vandaag maken, doen er wel degelijk toe voor ons nageslacht.
Dus wat we vandaag erkennen, verzachten, bespreekbaar maken – dat bepaalt mede wat we doorgeven.
Trauma is erfelijk, ja. Maar liefde, gemeenschapsgevoel en herstel – die zijn dat ook.
Hier ligt een taak voor ons: immers: wij zijn de voorouders van de toekomst.
Wat herdenken we? Wat vieren we?
We herdenken dat de ketenen werden losgemaakt en er een eind kwam aan de pijnlijke onderdrukking.
Maar we vieren dat we niet zijn gebroken.
Dat wij – ondanks alles – zijn blijven spreken, zingen, dansen, denken.
Dat we elkaar verhalen blijven vertellen.
Vandaag is niet alleen een herdenking, maar ook een uitnodiging:
Om niet alleen stil te staan bij het verleden, maar samen te bewegen naar een toekomst waarin al onze verhalen meetellen.
Laat ons nieuwe taal vinden.
Nieuwe rituelen.
Nieuwe vormen van heling.
En bovenal: nieuwe manieren van samen-zijn.
Afsluiting
Lieve mensen van Groningen,
Wit, zwart, bruin, dubbelbloed, vermengd —
we leven samen, we herdenken samen,
we bouwen samen aan wat komt.
Voor wie zich nooit buitengesloten voelde: wees welkom in dit gedeelde verhaal.
Voor wie zich altijd tussen werelden bewoog: je hóeft niet te kiezen.
Jij bent goed genoeg. Jij hoort hier.
We hoeven niet op elkaar te lijken om voor elkaar te zorgen.
Niet dezelfde geschiedenis te hebben om samen toekomst te maken.
Maar vooraleer we die toekomst omarmen, moeten we hen blijven herdenken — de tot slaafgemaakten, de strijders, de verzwegenen.
Hun lijden kunnen we niet ongedaan maken, maar wel postuum verzachten door hen te eren, hun verhalen levend te houden, de vrijheid van morgen te vieren en samen te werken aan een toekomst waarin niemand meer geketend hoeft te leven.
Tula zei: ‘Nos ta desea nada mas ku nos libertat.’
Wij verlangen niets meer dan onze vrijheid.
Laat ons dat verlangen blijven koesteren.
Niet alleen als herinnering, maar als opdracht.
Want pas als iedereen zich gezien weet, kunnen we werkelijk samen vrij zijn.
Dank u wel Gran Tangi
Thank you
Masha Danki
Geraadpleegde bronnen:
– Henkes, B., Jongsma, L., en Fokken, M. (2024). Sporen van het slavernijverleden in Groningen.
Uitgeverij Passage.
– Singh, A., Jongsma, L., en Tánczos, B. (2024). De slavernijgeschiedenis van Groningen. 2024
– Oudshoorn-Tinga, D., Davids, E., Gonçalves-Ho Kang You, L., et al. (2021). Advies Dialooggroep
Slavernijverleden ‘Ketenen van het Verleden’.
– Alofs L., Publication Exhibition The Heritage of Slavery in Aruba. 2009
– Biekman, B., Captain, E., van Gent, W., Helberg-Proctor, A., et al (2023). Doorwerkingen van
slavernijverleden. Meervoudige perspectieven op de relatie tussen verleden en heden.
– van Stipriaan, A., Alofs, L., & Guadeloupe, F. (2023). Caribbean cultural heritage and the
nation: Aruba, Bonaire and Curaçao in a regional context (p. 351). Leiden University Press.
– Do Rego, C. (2023). Tula. Luchadó i Inspiradó. ISBN 978-99904-5-469-7
– Do Rego, C., Janga, L. (2024). Slavery and Resistance in Curaçao: the Rebellion of 1795
– Micheletti, S. J., Bryc, K., Esselmann, S. G. A., Freyman, W. A., et al (2020). Genetic
consequences of the transatlantic slave trade in the Americas. The American Journal of Human
Genetics, 107(2), 265-277.
– Katrinli, S., Wani, A., Maihofer, Boks, M., et al (2024). Epigenome-wide association studies
identify novel DNA methylation sites associated with PTSD: A meta-analysis of 23 military &
civilian cohorts. Genome medicine, 16(1), 147.
– Smith, A. K., Ratanatharathorn, A., M., Boks, et al. (2020). Epigenome-wide meta-analysis of
PTSD across 10 military and civilian cohorts identifies methylation changes in AHRR. Nature
communications, 11(1), 5965.