Categorie: Keti Koti 2025

  • Herdenkingslezing Afschaffing Slavernij – Carl Blijd

    Herdenkingslezing Afschaffing Slavernij – Carl Blijd

    Herdenkingslezing Afschaffing Slavernij 2025 – Groningen
    Door Carl Blijd

    Verbonden in Verleden, Gelaagd in Geheugen
    Bon Tardi, Good Afternoon, Switi Middag, Goedemiddag, Aan alle nazaten, de kleindochter van Anton de Kom, mevrouw de Burgemeeester en alle genodigden.

    Wat een eer om op deze bijzondere dag tot u te mogen spreken.

    Ik ben een Stadjer/Groninger – al meer dan veertig jaar.
    Mijn ouders komen uit Suriname, maar ik ben geboren en getogen op Curaçao. Of zoals we in het Papiaments zeggen: ‘ Mi lombrishi ta derá na Kòrsou ’. (Mijn navelstreng ligt begraven op Curaçao).

    Ik werk deels op Sint Maarten en deels in de stad Groningen. En op beide plekken zie ik dagelijks hoe het koloniale verleden nog steeds doorklinkt in de levens van mensen.

    Ik zeg dat niet als visitekaartje, maar omdat ik spreek vanuit Caribische complexiteit.
    Vanuit een lichaam waarin West-Afrikaans, Chinees, maar ook Joods en Schots bloed van slavenhouders samenkomt.
    En vanuit een geest die gevormd is door de Curaçaose zon, Surinaamse stilte en Groningse nuchterheid.

    Vandaag herdenken we geen afgesloten geschiedenis. Mijn oma vertelde mij over haar oma en opa die als slaven tewerk waren gesteld op plantages.
    Ja, inderdaad, dat is nog geen 2 oma’s geleden.

    We herdenken een werkelijkheid die nog leeft – in lichaam, gedrag, familie, kansenongelijkheid, zelfs in ons DNA.
    Slavernij is geen afgesloten hoofdstuk. Het is een echo.
    Een echo die pas stopt als we écht luisteren.

    Slavernij op de eilanden
    Op Curaçao stond het leven van de tot slaaf gemaakten in het teken van uitputting, onderdrukking, gehoorzaamheid en opstanden. De grote opstand van Tula in 1795 is ons moreel kompas. Terecht is hij gerehabiliteerd door de Nederlandse staat, weliswaar pas in 2023 — veel te laat, maar niettemin zeer betekenisvol.

    Als kind, als wij naar het Westen van het eiland reden, wees mijn vader ons telkens weer op de slavenmuren waar we langsreden – restanten van muren gemaakt van stenen en rotsen die door de slaven uit de zee werden gehaald en kilometers ver werden gedragen naar de plantages.
    Als we naar één van de mooiste stranden van Curaçao gingen, playa Knepa, dan reden we langs Plantage Knip waar Tula zijn opstand begon.
    Tula werd uiteindelijk levend geradbraakt en geblakerd, waarna zijn hoofd op een staak tentoongesteld werd – hemelsbreed op nog geen 400 meter van waar mijn lagere school stond.
    Op school leerden we vroeger weinig tot niets over onze eigen slavernijgeschiedenis.
    Het was immers een pijnlijke en vernederende geschiedenis.

    Gelukkig had ik een meester in de vijfde klas – groep 7 van nu – die erg begaan was met de slavernijgeschiedenis.
    Bovendien was hij opgegroeid in de buurt van mijn school.
    Deze meester nam ons mee naar de plek waar nu het Tula-monument staat en vertelde ons de verhalen van Tula.
    Niet als slachtoffer, maar als held. Hij benadrukte zijn veerkracht.

    Op Aruba kende men geen grote plantages, maar ook daar weerklonk verzet: bijvoorbeeld door Virginia Dementricia, een tot slaaf gemaakte jonge vrouw, die dapper steeds weer trachtte te vluchten. Uiteindelijk werd zij verkocht naar een plantage op Curaçao.

    Op Bonaire werden vaak ongehoorzame slaven uit Curaçao te werk gesteld. Het heette daar de “witte hel”, vanwege de zoutpannen waar de tot slaaf gemaakten te werk werden gesteld. De ogen werden verblind door het glinsterende witte zout, de voeten en enkels geteisterd en verwond door het zoute water. Daar, in de zoutpannen, kwam op 10 november 1834 een man in opstand: Martis, zoon van Katalina Janga.

    Op Saba waren slechts enkele plantages maar toch wel rond de 750 tot slaafgemaakten. Door het klein oppervlak maar ruig en steil landschap, was het haast onmogelijk om te ontsnappen als tot slaafgemaakte. Toch werden er vele pogingen ondernomen. Helaas was dat tevergeefs.

    Sint Eustatius, ook wel The Golden Rock, was een van de meest winstgevende doorvoerhavens in de slavenhandel. Ook hier vond een opstand plaats. Op 12 juni 1848 eisten tot slaafgemaakten vrijheid, betere rantsoenen en meer vrije uren; deze opstand werd eveneens hard onderdrukt.

    En op Sint Maarten, waar het noordelijke deel tot Frankrijk behoort en het zuidelijke onder Nederland viel, vond naast zoutwinning ook indigo- en suikerrietverbouwing

    plaats. Daar voltrok zich iets opmerkelijks. In het Franse gedeelte werd de slavernij al op 28 mei 1848 afgeschaft — vijftien jaar eerder dan aan Nederlandse zijde.
    U kunt zich voorstellen wat voor dynamiek dat met zich meebracht: steeds meer tot slaaf gemaakten vluchtten van het Nederlandse naar het Franse deel. Uiteindelijk werd op het Nederlandse deel de slavernij informeel ook al vóór 1863 afgeschaft. Helaas kwam dit te laat voor de moedige Lohkay. Deze strijdlustige, tot slaaf gemaakte jonge vrouw wist zo vaak te ontsnappen dat uiteindelijk als straf een van haar borsten werd afgezet. Ook deze gruwelijke straf weerhield haar niet om weer te ontsnappen en verzet te plegen.
    Als ik op Sint Maarten ben, rijd ik dagelijks langs haar standbeeld, genaamd One-Tété Lohkay — krachtig symbool van verzet en veerkracht, dat me telkens even stil maakt.
    Het herinnert ons eraan: je kunt een lichaam verwonden, maar niet de geest die naar vrijheid verlangt.


    Na de afschaffing begon een nieuwe vorm van onvrijheid
    Op papier werden mensen in 1863 vrij.
    Maar in de praktijk begonnen nieuwe systemen van onderdrukking.
    In Suriname moesten de vrijgekomen tot slaafgemaakten nog 10 jaar doorwerken onder staatstoezicht.

    Op Curaçao en de andere eilanden kwam het systeem van paga tera: ex-slaafgemaakten mochten op het land van hun oude meester blijven wonen – mits ze gratis werkten. Veel voormalige slaafgemaakten hadden geen andere plek om te wonen en geen toegang tot land, geld of ander werk.
    Het systeem wordt beschouwd als een vorm van semi-dwangarbeid en
    een voortzetting van de koloniale uitbuiting. Het vertraagde de sociale en economische emancipatie van de Afro-Caribische bevolking aanzienlijk.

    Zo bleef er controle uitgeoefend worden over zwarte lichamen, zwarte arbeid, zwarte toekomst. Waardoor men continu in een achterstandspositie verbleef.
    Tot op de dag van vandaag werkt dit door in Nederland, in onderwijs, gezondheidszorg, politiecontact en welvaart.
    De SER (sociaal economische raad) toonde recent aan dat kansenongelijkheid bij kinderen van nazaten nog altijd hardnekkig is – en tijdens COVID zelfs toenam.

    Groningen is niet onschuldig
    Groningen lijkt ver van de Cariben, maar deze stad was diep verbonden met slavernij via de WIC, via bestuurders, via de universiteit, scheepsroutes en suiker.
    De grachten, pakhuizen en gevels dragen deze geschiedenis.

    Op de eilanden en in Suriname zijn er diverse symbolen en plekken waar mensen het
    slavernijverleden kunnen terugzien, voelen en de voorouders kunnen eren. Hier in het

    Groningse moeten we het doen met de reeds genoemde grachten, pakhuizen en gevels.

    Vandaar dat een herdenkingsmonument essentieel is.
    Een herdenkingsmonument voor de trans-Atlantische slavernij in Groningen draagt bij aan herstel van verbondenheid – tussen mensen, generaties en geschiedenissen..

    – Het geeft mensen met wortels in het slavernijverleden een tastbaar anker voor hun Sense of Belonging: het gevoel erbij te horen in deze stad.

    – Het verrijkt de publieke ruimte met een betekenisvolle plek — een Sense of Place — waar geschiedenis, rouw en trots samenkomen.

    – En het versterkt de Sense of Self, het besef van een gelaagde identiteit, voor iedereen die zichzelf herkent in dit gedeelde verleden.

    Het monument maakt zichtbaar dat Groningen niet alleen kijkt naar zijn verleden, maar ook de moed heeft om het te erkennen, te dragen, te delen en samen te transformeren.”

    Grunnegers met Caribische roots maken al decennialang deel uit van deze stad. Ik noem maar willekeurig een paar;

    Izaline Calister die met haar prachtige stem in het Papiaments, wereldwijd furore maakt en die ons via haar muziek deelgenoot heeft gemaakt van het levensverhaal van haar overgrootmoeder Juliet, die in slavernij leefde.

    – Wijlen garagehouder Bob Dijkhoff, bij wie iedereen welkom was en met een gouden hart auto’s tot leven bracht.

    – Dans docent, pedagoog en pionier wijlen Ewald Chocolaad, de geestelijke vader van alle salsa dansscholen in Nederland.

    – Kapster Sonia Holband, die recent met pensioen ging. Zij wordt gezien als de moeder van alle black hair salons. Vijftig jaar lang knipte ze iedereen — wit en zwart, van sluik haar tot kroes haar — en bood daarbij zorg, aandacht en troost.

    – De vorig jaar overleden jongerenwerker “Rasta” Shem Rodgers, die tientallen jongeren weer richting gaf.

    – En mijn eigen broer Earl Blijd, die al 45 jaar lang jong en oud ruimte biedt om op een gezonde en gedisciplineerde manier om te gaan met lichaam en geest.


    De pijn werkt door
    Wij kennen allemaal de zin ‘Emancipate yourselves from mental slavery, none but ourselves can free our minds’, gezongen door de onvolprezen Bob Marley. Deze beroemde woorden komen van Marcus Garvey, een van de pioniers in de strijd om burgerrechten voor de zwarte bevolking in de Verenigde Staten. Garvey beschouwde Edward Blyden als zijn geestelijke vader.

    Deze Edward Blyden, wiens ouders op Statia geboren waren, zou later een van de grootste pan-Afrikanisten en denkers van zijn tijd worden.

    Als psychiater zie ik het dagelijks. De doorwerking van slavernij.
    Trauma dat generatie op generatie doorwerkt.
    Nazaten die hun kinderen niet prijzen – hetgeen ook stamt vanuit de slavernijtijd waar, als je kind er bovenuit stak, er grote kans was dat je kind verkocht werd naar een andere plantage of erger nog naar een ander land. En je dus je kind nooit meer zou zien.
    Dit mechanismen zit na generaties vaak nog altijd ingebakken in de nazaten. En dan zijn we verbaasd dat een positive parenting-cursus niet aanslaat bij vele nazaten.

    Families waarin wantrouwen, zwijgen, hyperwaakzaamheid of zelfverloochening als overlevingsstrategie zijn ingebakken – zonder dat men zich daarvan bewust is.
    Dat is geen karakterzwakte, dat is erfgoed.
    En het zit niet alleen in gedrag, maar ook in het lichaam: verhoogde stressreacties, angststoornissen, PTSS, of lichamelijke klachten zoals hoge bloeddruk en suikerziekte.
    Slavernij leeft voort – in lichamen, gezinnen, systemen.

    We noemen dat ook wel ‘epigenetisch geheugen’.
    Geen herinnering in het hoofd, maar een afdruk in het lichaam.
    Ons lichaam draagt dus niet alleen ons persoonlijke verleden, maar ook het collectieve verleden van onze voorouders.
    Dat betekent: het slavernijverleden zit niet alleen in boeken of monumenten, maar ook in ons zenuwstelsel, onze afweermechanismen, onze genexpressie.
    En dat besef vraagt iets van ons. Het vraagt om erkenning. Maar ook om heling.

    En hier komt het hoopvolle gedeelte.
    Want zoals trauma epigenetisch doorwerkt, zo kan ook herstel zijn sporen nalaten.
    Mijn collega Marco Boks, hier in Groningen opgeleid tot psychiater, doet hier baanbrekend onderzoek naar. Hij laat zien dat epigenetische sporen van trauma onder bepaalde omstandigheden gedeeltelijk omkeerbaar zijn.
    Denk aan: een veilige omgeving, liefdevolle zorg, verbondenheid, erkenning van pijn en het gevoel van ergens bij te horen.
    Onderzoek laat zien dat veerkracht net zo overdraagbaar kan zijn als kwetsbaarheid.
    En dat betekent: de toekomst ligt niet vast. We kunnen collectief helen, en generaties ten goede beïnvloeden. We kunnen het repareren voor de toekomst.
    Ons lichaam draagt niet alleen ons eigen verleden, maar ook het verleden van onze voorouders.
    De keuzes die wij vandaag maken, doen er wel degelijk toe voor ons nageslacht.
    Dus wat we vandaag erkennen, verzachten, bespreekbaar maken – dat bepaalt mede wat we doorgeven.
    Trauma is erfelijk, ja. Maar liefde, gemeenschapsgevoel en herstel – die zijn dat ook.

    Hier ligt een taak voor ons: immers: wij zijn de voorouders van de toekomst.


    Wat herdenken we? Wat vieren we?
    We herdenken dat de ketenen werden losgemaakt en er een eind kwam aan de pijnlijke onderdrukking.
    Maar we vieren dat we niet zijn gebroken.
    Dat wij – ondanks alles – zijn blijven spreken, zingen, dansen, denken.
    Dat we elkaar verhalen blijven vertellen.

    Vandaag is niet alleen een herdenking, maar ook een uitnodiging:
    Om niet alleen stil te staan bij het verleden, maar samen te bewegen naar een toekomst waarin al onze verhalen meetellen.

    Laat ons nieuwe taal vinden.
    Nieuwe rituelen.
    Nieuwe vormen van heling.
    En bovenal: nieuwe manieren van samen-zijn.

    Afsluiting
    Lieve mensen van Groningen,
    Wit, zwart, bruin, dubbelbloed, vermengd —
    we leven samen, we herdenken samen,
    we bouwen samen aan wat komt.

    Voor wie zich nooit buitengesloten voelde: wees welkom in dit gedeelde verhaal.
    Voor wie zich altijd tussen werelden bewoog: je hóeft niet te kiezen.
    Jij bent goed genoeg. Jij hoort hier.

    We hoeven niet op elkaar te lijken om voor elkaar te zorgen.
    Niet dezelfde geschiedenis te hebben om samen toekomst te maken.

    Maar vooraleer we die toekomst omarmen, moeten we hen blijven herdenken — de tot slaafgemaakten, de strijders, de verzwegenen.
    Hun lijden kunnen we niet ongedaan maken, maar wel postuum verzachten door hen te eren, hun verhalen levend te houden, de vrijheid van morgen te vieren en samen te werken aan een toekomst waarin niemand meer geketend hoeft te leven.

    Tula zei: ‘Nos ta desea nada mas ku nos libertat.’
    Wij verlangen niets meer dan onze vrijheid.

    Laat ons dat verlangen blijven koesteren.
    Niet alleen als herinnering, maar als opdracht.

    Want pas als iedereen zich gezien weet, kunnen we werkelijk samen vrij zijn.

    Dank u wel Gran Tangi
    Thank you
    Masha Danki



    Geraadpleegde bronnen:

    – Henkes, B., Jongsma, L., en Fokken, M. (2024). Sporen van het slavernijverleden in Groningen.
    Uitgeverij Passage.

    – Singh, A., Jongsma, L., en Tánczos, B. (2024). De slavernijgeschiedenis van Groningen. 2024
    – Oudshoorn-Tinga, D., Davids, E., Gonçalves-Ho Kang You, L., et al. (2021). Advies Dialooggroep

    Slavernijverleden ‘Ketenen van het Verleden’.
    – Alofs L., Publication Exhibition The Heritage of Slavery in Aruba. 2009
    – Biekman, B., Captain, E., van Gent, W., Helberg-Proctor, A., et al (2023). Doorwerkingen van

    slavernijverleden. Meervoudige perspectieven op de relatie tussen verleden en heden.
    – van Stipriaan, A., Alofs, L., & Guadeloupe, F. (2023). Caribbean cultural heritage and the

    nation: Aruba, Bonaire and Curaçao in a regional context (p. 351). Leiden University Press.
    – Do Rego, C. (2023). Tula. Luchadó i Inspiradó. ISBN 978-99904-5-469-7
    – Do Rego, C., Janga, L. (2024). Slavery and Resistance in Curaçao: the Rebellion of 1795
    – Micheletti, S. J., Bryc, K., Esselmann, S. G. A., Freyman, W. A., et al (2020). Genetic

    consequences of the transatlantic slave trade in the Americas. The American Journal of Human
    Genetics, 107(2), 265-277.

    – Katrinli, S., Wani, A., Maihofer, Boks, M., et al (2024). Epigenome-wide association studies
    identify novel DNA methylation sites associated with PTSD: A meta-analysis of 23 military &
    civilian cohorts. Genome medicine, 16(1), 147.

    – Smith, A. K., Ratanatharathorn, A., M., Boks, et al. (2020). Epigenome-wide meta-analysis of
    PTSD across 10 military and civilian cohorts identifies methylation changes in AHRR. Nature
    communications, 11(1), 5965.


  • Gedicht Esmé van den Boom

    Gedicht Esmé van den Boom

    Schot

    In mijn familie schoot de vader van mijn betovergrootmoeder
    zijn vrouw dood, de moeder van de moeder van de moeder van de moeder van mijn moeder. Zag je ons naast elkaar, ik zou op haar lijken
    zoals ik op mijn moeder lijk en zij op de hare. Het schot echoot na jaren nog door de verhalen, het Zeeuwse dorp waar niet werd gepraat
    maakte plaats voor familieberaad, begrafenissen, lijnen
    van lijden die slijten maar blijven.

    Eén schot en zoveel mensen geraakt. De handeling per ongeluk
    (vertelt de overlevering, wat we niet herdenken wordt vergeten)
    maar onomkeerbaar. Iemand zei: je erft je lot.
    Het moet rond de tijd van het schot zijn geweest
    dat de laatste totslaafgemaakten verscheept werden,
    de mensen met gezichten die lijken op wie nu door de stad loopt
    een ijsje haalt een nieuwe broek koopt na het werk met een laatste
    zucht de deur dichttrekt. Een vriend van me rust in naam
    van zijn voorouders elke dag een halfuur extra uit
    grapte hij maar ik begreep meteen waarom. Elkaars verhaal kennen is
    elkaars taal spreken en andersom.

    De tijd heelt, wie wil repareren doet iets anders dan wachten.
    Een terugreis door de kogelgaten die in de muren van generaties zijn geslagen.
    Alle lagen zien en vertellen, in alle dagen de geschiedenis herkennen.

  • Toespraak Dr Nii Ocquaye Hammond

    Toespraak Dr Nii Ocquaye Hammond

    I Speak to the Wind

    by Tule Tanko

    I — Tule Tanko — speak to the wind.
    And so, wind…
    we call upon you to listen.
    Let it be heard
    by God,
    and by all.


    To the wind of the North —
    You witnessed the storm.
    The storm that tore our ancestors
    from their people,
    from their land,
    dragged them down into dungeons,
    branded them as property,
    shipped them to the greedy shores
    of empires without soul.


    To the wind of the South —
    You saw it too.
    In silence, you watched
    as names were stripped,
    bodies enslaved,
    women raped,
    children stolen,
    lives packed in chains and shipped like cargo.


    To the wind of the West —
    You carried them —
    the ones with greed in their blood,
    the ones who had forgotten what it means to be human.
    You carried them to our sacred shores.
    You were there —
    when they raped,
    when they tortured,
    when they murdered.

    So now we summon judgment.
    Fire.
    Lightning.
    Water.
    Brimstone.


    To the wind of the East —
    See how far we’ve come.
    See how hard we’ve fought.
    Tired…
    but resolute.
    Tired…
    but resolute.


    So we call upon our mighty names:
    Nana Badu Bonsu.
    Nana Tula.
    Nana Boni.
    Nana Marcus Garvey.

    Nana Kwame Nkrumah.

    Nana Subukwe-

    Grant us strength
    to speak our truth.
    Grant us strength
    to tell our stories.

    We speak to the Winds that witnessed it all.


    It is true —
    what Bokor Anyidoho said:
    They who took away our songs…
    forgot they could never steal our voices.
    They who took away our songs…
    forgot —
    they can never take our voices.

     

    Dutch Version. I

    Ik spreek tot de wind
    Ik — Tule Tanko — spreek tot de wind.
    Wind, luister.
    Wind, hoor ons.
    Laat God, laat Allen het horen.

    Noorderwind
    Jij zag stormen — 
    stormen die voorouders losrukten
    van volk, van grond.
    Ketens.
    Kerker.
    Koopwaar voor de kusten van hebzucht.

    Zuiderwind
    Jij zweeg maar zag:
    namen gescheurd,
    lichamen gebroken,
    tot slaaf gemaakt,
    verkracht, verscheept.
    Eigendom gestempeld op de huid.

    Westerwind
    Jij droeg hen met hebzucht in hun bloed.
    Zij zonder menselijkheid
    zetten voet op onze kusten.
    Jij hoorde hun zwepen,
    rook vuur,
    zag marteling,
    moord.

    Wij roepen oordeel:
    Vuur.
    Bliksem.
    Water.
    Zwavel.

    Oosterwind
    Kijk hoe ver wij kwamen,
    hoe fel wij streden.
    Moe — maar standvastig.
    Moe — maar standvastig.

    Nana Badu Bonsu, Nana Tula,
    Nana Boni, Nana Marcus Garvey,

    Nana Kwame Nkrumah, Nana Subukwe —
    geef ons kracht om te spreken.
    Geef ons kracht om te spreken.

    Wij vertellen ons verhaal
    aan de winden die getuige waren.

    Bokor Anyidoho sprak waarheid:
    Zij die onze liederen stalen
    vergaten één ding —
    onze stemmen nemen ze niet.
    Zij die onze liederen stalen
    vergeten nog steeds —
    onze stemmen nemen ze niet.

     

     

    Dr Nii Ocquaye Hammond

    Groningen

    30th June 2025


  • Toespraak burgemeester Roelien Kamminga

    Toespraak burgemeester Roelien Kamminga

    1

     

    TOESPRAAK

     

    Herdenking Slavernijverleden

    Roelien Kamminga

    30 juni 2025

    GESPROKEN WOORD GELDT

    ***

     

    Beste mensen,

     

    Dank dat jullie gekomen zijn

    om samen het slavernijverleden te herdenken.

     

    Of het nu in Suriname,

    in het Caribisch deel van het Koninkrijk,

    Of hier in Groningen is;

    Ieder heeft zijn eigen rituelen en tradities om te herdenken.

    We vertellen verschillende verhalen,

    in verschillende talen over

     verzet, veerkracht en verlies

     

    Maar hoezeer die verledens ook van elkaar verschillen,

    ze zijn met elkaar verbonden

     

     

    Verbonden door de even feitelijke als pijnlijke constatering

    dat op al die plekken

    tot slaaf gemaakten onmenselijk werden behandeld.

     

    Verbonden door het feit,

     dat wat er toen gebeurde,

    nu nog doorwerkt in de levens van nazaten.

     

    Ook Groningse bestuurders deden hier aan mee.

     

    Tot 1863 hebben door Groningen gefinancierde schepen

    tienduizenden tot slaaf gemaakten vervoerd.

    Groningse bestuurders, zo zei mijn voorganger vorig jaar,

    “kozen er willens en wetens en telkens opnieuw voor

    om zichzelf te verrijken,

    ten koste van de vrijheid,

    de menselijke waardigheid

    en de levens van tot slaafgemaakten.”

     

    Voor dat onvoorstelbare leed

    en de manier waarop dat doorwerkt in het hier en nu,

    heeft de gemeente Groningen vorig jaar excuses aangeboden.

     

    Maar excuses zijn niet het einde van het verhaal.

    Het is slechts een stap in een lange weg omhoog.

     

     

    We staan vandaag daarom ook niet alleen stil bij het leed dat was,

     maar ook bij het leed dat er nog altijd is.

     

    Want met de afschaffing van de slavernij,

    begon de lange strijd om emancipatie,

    een strijd die tot op de dag van vandaag voortduurt.

     

    De afgelopen vijftien jaar kwam

    een massale burgerrechtenbeweging op gang;

    met een zeggingskracht

    zoals we dat in de afgelopen vijftig jaar niet hebben gezien.

     

    Er waren protesten.

    Er kwamen discussies.

    Bij steeds meer mensen gingen de ogen open, maar ook de harten.

     

    Open voor het feit dat de strijd nog niet gestreden is

    Open voor het feit dat gelijkheid niet voor iedereen vanzelfsprekend is.

    Open voor het feit dat vooroordelen en stigma’s nog steeds aanwezig zijn,

     

    Ook bij mensen en instituten die hen juist zouden moeten beschermen.

     

    Sommige van de voorvechters van de nieuwe beweging

    zetten hun carrière, hun gezin of hun eigen veiligheid op het spel.

     

    Omdat ze geloofden dat verandering niet alleen nodig,

    maar ook mogelijk was.

    En de afgelopen 10 jaar is gelukkig veel vooruitgang geboekt.

     

    Er is meer bewustwording.

    Er kwamen excuses.

    Tradities zijn veranderd.

     

    Vroeger kregen jongeren te horen dat ze hun mond moesten spoelen

    als ze Sranantongo of Papiamentu spraken.

    Nu smelten de talen bij jongeren als vanzelfsprekend samen.

     

    Ik zie een volgende generatie waar diversiteit en inclusiviteit vanzelfsprekender is

    dan we misschien wel voor mogelijk hadden gehouden.

    Gelukkig maar

     

    Maar het is te vroeg om te juichen,

    om te denken dat de beslissende stap al is gezet.

     

    En ik weet,

    dat veel mensen

    “de neiging hebben

    om te kijken hoe ver nazaten al gekomen zijn;

    maar dat nazaten er dagelijks aan worden herinnerd

    hoe ver ze nog moeten.”

     

    We moeten ons daarom ook bewust zijn van het momentum dat er is.

    Want er komt een moment dat de aandacht wegebt.

    Dat protesten minder luid klinken.

    Omdat conflicten elders de aandacht opeisen.

    Omdat het politieke tij keert.

     

    Daarom moeten we blijven herdenken:

    Want we hebben het er nog niet genoeg over gehad.

    Nog lang niet.

     

    In Nederland zijn er nog te weinig plekken

    die ons aansporen om het er over te hebben.

    Die de verhalen vertellen van de tot slaaf gemaakten.

     

    Ik heb het voorrecht gehad het Caribisch deel van het Koninkrijk

    te mogen bezoeken.

    Daar zag ik de slavenhuisjes op Bonaire,

    Fort Oranje op Sint Eustatius,

    en het indrukwekkende monument van Tula op Curaçao.

     

    Op die plekken voel je het gewicht van de geschiedenis,

    het immense leed wat zich daar heeft voltrokken.

    Dat mogen we niet vergeten,

    daar kunnen we niet van wegkijken

     

    Daarom vertellen we vandaag over Tula,

    die 230 jaar geleden met anderen in verzet kwam.

    Wij zijn al te zeer mishandeld.

    Wij willen niemand kwaad doen, maar willen onze vrijheid.”

     

    Dat was alles wat hij vroeg.

    Maar het verzet werd hardhandig neergeslagen.

    Tula werd gemarteld en gedood.

     

    We vertellen over Boni,

    die met zijn vrijheidsstrijders in Suriname

    dertig jaar lang succesvol een guerrilla voerde,

    maar uiteindelijk omkwam door verraad.

     

    We vertellen over Lohkay,

    die op Sint-Maarten steeds probeerde te vluchten

    en daarvoor gestraft werd met afsnijden van haar borst.

    De eigenaars wilden een signaal geven,

    maar ze werd een symbool van moed en verzet.

     

    En zo zijn er velen,

    van wie we te vaak de namen niet kennen,

    omdat hun verhalen niet in de geschiedenisboeken kwamen.

    Ze slaagden erin met kleine daden van verzet,

    het systeem te verstoren.

     

    Door het moedig tegenwerken van opzichters,

    door het werk niet goed uit te voeren,

    door tambu liedjes en Anansi verhalen te maken. 

     

     

    We herdenken omdat hun verhalen ons laten zien

    wat er nodig is om verandering te bewerkstelligen.

     

    We leven in gepolariseerde tijden,

    maar ik geloof dat de coalitie en het draagvlak

    om dit historische onrecht

    recht te zetten

    groter is dan ooit te voren.

     

    Wij en de generatie na ons kunnen de cyclus doorbreken.

    Soms is er maar één iemand nodig,

    één iemand die verbinding legt,

    die bruggen bouwt,

    die beide kanten aanhoort en ze bij elkaar brengt.

     

    Iemand zoals Shem Rodgers, “Rasta”,

    die vorig jaar veel te jong is overleden.

     

    Als jongerenwerker stond hij tussen politie en probleemjongeren in.

    Hij nam ze bij de hand en gaf hun leven weer betekenis.

    Hij volgde zijn hart.

    Hij zag een toekomst voor jongeren,

    waar anderen al hadden opgegeven.

     

    Laten we zijn nagedachtenis eren,

    door ook moedig en onorthodox de toekomst in te gaan.

     

    Shem liet zien hoe één iemand verschil kan maken

    in de levens van anderen.

     

    Hoe één iemand een cyclus kan doorbreken.

     

    Hoe we elkaar moeten opzoeken en met elkaar moeten praten,

    over wat is geweest – hoe pijnlijk ook,

    omdat we dan samen kunnen zorgen dat morgen beter is dan vandaag.

     

    Laten we hem eren door die éne iemand proberen te zijn.

     

    Dank jullie wel.