1
TOESPRAAK
Herdenking Slavernijverleden
Roelien Kamminga
30 juni 2025
GESPROKEN WOORD GELDT
***
Beste mensen,
Dank dat jullie gekomen zijn
om samen het slavernijverleden te herdenken.
Of het nu in Suriname,
in het Caribisch deel van het Koninkrijk,
Of hier in Groningen is;
Ieder heeft zijn eigen rituelen en tradities om te herdenken.
We vertellen verschillende verhalen,
in verschillende talen over
verzet, veerkracht en verlies
Maar hoezeer die verledens ook van elkaar verschillen,
ze zijn met elkaar verbonden
Verbonden door de even feitelijke als pijnlijke constatering
dat op al die plekken
tot slaaf gemaakten onmenselijk werden behandeld.
Verbonden door het feit,
dat wat er toen gebeurde,
nu nog doorwerkt in de levens van nazaten.
Ook Groningse bestuurders deden hier aan mee.
Tot 1863 hebben door Groningen gefinancierde schepen
tienduizenden tot slaaf gemaakten vervoerd.
Groningse bestuurders, zo zei mijn voorganger vorig jaar,
“kozen er willens en wetens en telkens opnieuw voor
om zichzelf te verrijken,
ten koste van de vrijheid,
de menselijke waardigheid
en de levens van tot slaafgemaakten.”
Voor dat onvoorstelbare leed
en de manier waarop dat doorwerkt in het hier en nu,
heeft de gemeente Groningen vorig jaar excuses aangeboden.
Maar excuses zijn niet het einde van het verhaal.
Het is slechts een stap in een lange weg omhoog.
We staan vandaag daarom ook niet alleen stil bij het leed dat was,
maar ook bij het leed dat er nog altijd is.
Want met de afschaffing van de slavernij,
begon de lange strijd om emancipatie,
een strijd die tot op de dag van vandaag voortduurt.
De afgelopen vijftien jaar kwam
een massale burgerrechtenbeweging op gang;
met een zeggingskracht
zoals we dat in de afgelopen vijftig jaar niet hebben gezien.
Er waren protesten.
Er kwamen discussies.
Bij steeds meer mensen gingen de ogen open, maar ook de harten.
Open voor het feit dat de strijd nog niet gestreden is
Open voor het feit dat gelijkheid niet voor iedereen vanzelfsprekend is.
Open voor het feit dat vooroordelen en stigma’s nog steeds aanwezig zijn,
Ook bij mensen en instituten die hen juist zouden moeten beschermen.
Sommige van de voorvechters van de nieuwe beweging
zetten hun carrière, hun gezin of hun eigen veiligheid op het spel.
Omdat ze geloofden dat verandering niet alleen nodig,
maar ook mogelijk was.
En de afgelopen 10 jaar is gelukkig veel vooruitgang geboekt.
Er is meer bewustwording.
Er kwamen excuses.
Tradities zijn veranderd.
Vroeger kregen jongeren te horen dat ze hun mond moesten spoelen
als ze Sranantongo of Papiamentu spraken.
Nu smelten de talen bij jongeren als vanzelfsprekend samen.
Ik zie een volgende generatie waar diversiteit en inclusiviteit vanzelfsprekender is
dan we misschien wel voor mogelijk hadden gehouden.
Gelukkig maar
Maar het is te vroeg om te juichen,
om te denken dat de beslissende stap al is gezet.
En ik weet,
dat veel mensen
“de neiging hebben
om te kijken hoe ver nazaten al gekomen zijn;
maar dat nazaten er dagelijks aan worden herinnerd
hoe ver ze nog moeten.”
We moeten ons daarom ook bewust zijn van het momentum dat er is.
Want er komt een moment dat de aandacht wegebt.
Dat protesten minder luid klinken.
Omdat conflicten elders de aandacht opeisen.
Omdat het politieke tij keert.
Daarom moeten we blijven herdenken:
Want we hebben het er nog niet genoeg over gehad.
Nog lang niet.
In Nederland zijn er nog te weinig plekken
die ons aansporen om het er over te hebben.
Die de verhalen vertellen van de tot slaaf gemaakten.
Ik heb het voorrecht gehad het Caribisch deel van het Koninkrijk
te mogen bezoeken.
Daar zag ik de slavenhuisjes op Bonaire,
Fort Oranje op Sint Eustatius,
en het indrukwekkende monument van Tula op Curaçao.
Op die plekken voel je het gewicht van de geschiedenis,
het immense leed wat zich daar heeft voltrokken.
Dat mogen we niet vergeten,
daar kunnen we niet van wegkijken
Daarom vertellen we vandaag over Tula,
die 230 jaar geleden met anderen in verzet kwam.
“Wij zijn al te zeer mishandeld.
Wij willen niemand kwaad doen, maar willen onze vrijheid.”
Dat was alles wat hij vroeg.
Maar het verzet werd hardhandig neergeslagen.
Tula werd gemarteld en gedood.
We vertellen over Boni,
die met zijn vrijheidsstrijders in Suriname
dertig jaar lang succesvol een guerrilla voerde,
maar uiteindelijk omkwam door verraad.
We vertellen over Lohkay,
die op Sint-Maarten steeds probeerde te vluchten
en daarvoor gestraft werd met afsnijden van haar borst.
De eigenaars wilden een signaal geven,
maar ze werd een symbool van moed en verzet.
En zo zijn er velen,
van wie we te vaak de namen niet kennen,
omdat hun verhalen niet in de geschiedenisboeken kwamen.
Ze slaagden erin met kleine daden van verzet,
het systeem te verstoren.
Door het moedig tegenwerken van opzichters,
door het werk niet goed uit te voeren,
door tambu liedjes en Anansi verhalen te maken.
We herdenken omdat hun verhalen ons laten zien
wat er nodig is om verandering te bewerkstelligen.
We leven in gepolariseerde tijden,
maar ik geloof dat de coalitie en het draagvlak
om dit historische onrecht
recht te zetten
groter is dan ooit te voren.
Wij en de generatie na ons kunnen de cyclus doorbreken.
Soms is er maar één iemand nodig,
één iemand die verbinding legt,
die bruggen bouwt,
die beide kanten aanhoort en ze bij elkaar brengt.
Iemand zoals Shem Rodgers, “Rasta”,
die vorig jaar veel te jong is overleden.
Als jongerenwerker stond hij tussen politie en probleemjongeren in.
Hij nam ze bij de hand en gaf hun leven weer betekenis.
Hij volgde zijn hart.
Hij zag een toekomst voor jongeren,
waar anderen al hadden opgegeven.
Laten we zijn nagedachtenis eren,
door ook moedig en onorthodox de toekomst in te gaan.
Shem liet zien hoe één iemand verschil kan maken
in de levens van anderen.
Hoe één iemand een cyclus kan doorbreken.
Hoe we elkaar moeten opzoeken en met elkaar moeten praten,
over wat is geweest – hoe pijnlijk ook,
omdat we dan samen kunnen zorgen dat morgen beter is dan vandaag.
Laten we hem eren door die éne iemand proberen te zijn.
Dank jullie wel.